Maaike Afschrift

View Original

Verdriet dragen en hoop voortbrengen. Een kwetsbare evenwichtsoefening van een moeder voor haar kinderen in planetaire tijden.

 

“De opwarming van de aarde heeft het hele verhaal van de menselijke beschaving op onwaarschijnlijke wijze in twee generaties gecomprimeerd. Eerst was er het project van de reconstructie van de planeet zodat die nu onmiskenbaar de onze is, een project waarbij uitlaatgassen, het gif van de uitstoot, zich achteloos zo snel door een in vele millennia opgebouwde ijskorst heen werken dat je die met het blote oog kunt zien smelten. Daardoor worden de ecologische omstandigheden die al de hele menselijke geschiedenis stabiel en goed beheerd zijn gebleven, tenietgedaan. Dat is het werk geweest van één generatie.

De tweede generatie staat voor een heel andere opdracht: het veiligstellen van onze gezamenlijke toekomst, door die verwoesting te voorkomen en een alternatief scenario mogelijk te maken.”

 

David Wallace-Wells, De onbewoonbare aarde

 

Oosterzele, zaterdag 25 mei 2019

Liefste kinderen,

Zondag gaan wij, volwassenen, kiezen welke leiding we voor ons land, jullie geboorteland, en voor Europa willen. Jullie weten dat leiding gaat over het opnemen van de verantwoordelijkheid voor hoe we omgaan met wat nu is en wat we daarin belangrijk laten zijn. Wat jullie en jullie hele generatie goed aanvoelen dezer dagen is dat leiding dus ook gaat over het nemen van de verantwoordelijkheid voor welke toekomst we in het nu willen insluiten. Dat is het moeilijkste aan leiden, maar potentieel ook het meest hoop-dragende: het vraagt een bereidheid en nuchtere onverschrokkenheid om voorbij het leed en de pret van vandaag te kijken, de diepere werkelijkheid te zien, te formuleren wat we in de toekomst wel en niet willen en wat we daarvoor vandaag dus moeten stoppen én starten.

Wel, komende zondag is de dag waarop die hele ingewikkeldheid zijn momentum beleeft. Laat het ook de dag zijn waarop de hoop voor de toekomst van jullie en jullie generatie begint.

Met wat ik jullie nu schrijf wil ik duidelijk maken wat er voor mij op het spel staat zondag, maar vooral niet alleen zondag. Ik wil jullie laten weten  en voelen dat ik er maandag ook nog zal zijn en waarmee jullie bij mij terecht kunnen. Altijd.

Als ouder ben ik jullie de waarheid verschuldigd. De waarheid waarin jullie leven en zullen leven. Dat is mijn verantwoordelijkheid. En als liefdevolle ouder wil ik die waarheid mee dragen, hoe zwaar ze ook is. Maar meer nog dan de waarheid, wil ik jullie als ouder een perspectief bieden, en daarom schrijf ik dit.

Het is mijn ervaring en mijn overtuiging, als mens en als psychotherapeut dat alles wat we doen en niet doen, voelen en niet voelen in verband met deze moeilijke existentiële uitdaging – de dreiging én het voorkomen van de totale verwoesting van onze leefomgeving – erbij hoort en zijn plaats mag krijgen. We maken deel uit van een systeem dat de draagkracht van onze eigen aarde ver overschrijdt. We hebben het zelf gecreëerd. De moeilijkheden die we ervaren als we aan dat systeem iets willen veranderen, horen er dus evenzeer bij: moeilijke discussies, spannende en ruziënde interacties, gevoelige beslissingen, en vooral heel veel moeilijk te verdragen gevoelens als angst, radeloosheid, verschrikking, onzekerheid, verdriet, ontgoocheling, ongeloof, wanhoop, woede, boosheid, uitputting, ‘niet-weten’,…

Voor dit alles hebben we eigenlijk een soort reusachtige schoot nodig. Een kalme en stevige plek die al die menselijke gevoelens, acties en reacties kan ontvangen, begrijpen en rust geven. Waar vragen gewoon een hele tijd vragen mogen zijn, zonder een antwoord te krijgen. Maar er is meer. Het is namelijk ook mijn ervaring als psychotherapeut met moeilijke, vaak levensgrote en ingrijpende transitieprocessen, dat áls dit lukt, als we die luisterbereide, alles ontvangende schoot bijeen kunnen weven en alle deelaspecten zich gehoord voelen, er ruimte ontstaat voor moed, vastberadenheid, kracht en… hoop. Met nieuwe vormen van leven, zoals er nu ook al zijn, die groot kunnen worden.

Het citaat hierboven is confronterend, én bevat tegelijk verdriet en hoop. Toen ik het las en als besef helemaal liet binnenkomen, werd ik verdrietig.

Veel van het leven dat ik gekend heb, waarin ik geworden ben wie ik nu ben en dat ik jullie ook graag zou gunnen, zal voor jullie nooit meer te ontdekken zijn. Nu al is de rijkdom van de natuur en de open ruimte in dit land maar een overblijfsel van wat ik als kind heb mogen kennen. Nu al is de lucht die we inademen langzaam en subtiel verwondend. Nu al gaat de welvaart waarin wij leven ten koste van het leven van een heel grote groep anderen, hier en elders in de wereld. Nu al is ons aller moeder ziek en uitgeput, en kan ze jullie niet meer beloven wat ik heb wel heb gehad.

Ik vind het moeilijk jullie dit te zeggen. Het is heel triest, en doet me ook spijt en schuld voelen. Niet op een individueel niveau, maar in naam van ‘wij, mensen’.  We hebben het wel erg ver laten komen, en hoewel ik het vanaf een zekere leeftijd wist en zag gebeuren, ben ik niet bij machte (geweest) om het te keren.

Ik huil soms zachtjes om het toekomstig verlies dat nu al geïmpliceerd is. Ik heb pijn als ik bedenk wat jullie niet meer zullen ervaren. Maar ik wil jullie laten zien dat dit verdriet niet negatief is, niet verkeerd. Integendeel. Ik voel dat het een verdriet is dat recht doet aan de werkelijke situatie, en dus ook aan jullie. En dat het verdriet nodig is om nieuwe kracht te verwerven en verder te kunnen gaan.

Het is zoals rouwen: samen met je beste vrienden aandacht en tijd vrij maken voor alle gevoelens die horen bij verlies (in dit geval niet van een dierbare maar van een levenswijze en -perspectief), ze erkennen en ernstig nemen. Het is dat dat ruimte maakt voor nieuwe hoop.

Er wordt vaak gezegd dat jullie ‘generatie hoop’ zijn. Ik ben het daar niet helemaal mee eens. Het legt teveel de opdracht voor verandering bij jullie en negeert het feit dat hoop ook moet gevoed en geboren worden, door de werkelijkheid binnen te nemen en openingen in ons denken te creëren. Het is op dit vlak dat ik meen dat wij volwassenen een unieke kans hebben om iets voor jullie te doen.

Wij zijn immers de generatie van de pijnlijke confrontatie met en bewustwording van wat we met onze planeet en onze toekomst hebben gedaan en nog steeds aan het doen zijn.  We zijn dus ook de generatie die fundamentele vragen kan stellen bij deze manier van leven. Wat als wij volwassenen nu eens bewust afscheid zouden nemen van het leven zoals we het ons graag voorstellen, van het leven zoals het ons leek toe te komen, vooraleer jullie de keuze niet meer hebben?

Dit is wat ik na de lange hete en droge zomer van vorig jaar in mijn eigen schoot heb ontdekt. Het leek me de moeite waard om deze gedachten ook eens met jullie te delen.

 

“Wat als ik nu eens beslis om afscheid te nemen van de bijna vanzelfsprekende belofte dat ik ooit in mijn leven die andere werelddelen zal ontdekken? Als ik me nu eens probeer voor te stellen dat ik die droom enkel nog koester, maar de belofte dat ik ze zal realiseren loslaat? Als ik me nu eens verzoen met de gedachte dat ik mogelijks nooit die prachtige nationale parken in de Verenigde Staten zal zien waarop mijn moeder, jullie grootmoeder zo verzot is, omdat ik het anders niet uitgelegd krijg aan jullie dat jullie, op de drempel van volwassenheid, eigenlijk beter niet meer zouden vliegen - ‘Ik nog wel, maar sorry, jullie helaas niet meer’? Misschien verwarren we verlangen wel te vaak met ‘recht hebben op’? En misschien is het verlangen wel het mooiste om te hebben?

Als ik voor mezelf nu eens besluit dat ‘een goed leven’ niet langer bestaat uit altijd avocado’s eten, reizen naar waar ik zin heb, een bad nemen als dat deugd zou doen, de auto nemen omdat het beter uitkomt,… kortom doen wat leuk en comfortabel is omdat het kan?  Vooruitgang is toch niet het realiseren van zoveel mogelijk verlangens, als dat ten koste gaat van mijn leefomgeving?

Als ik me nu eens zou losmaken van die voorgespiegelde weg van de ultieme levensvervulling, van het beloofde geluk, die zich heel subtiel als een verworven recht in mijn westerse leven heeft genesteld, omdat ik de kost ervan voor de aarde en ons, bewoners, niet meer kan verzoenen met mijn bewustzijn? Als ik nu eens vrijwillig accepteer dat ik geen recht heb op alles wat onze fantastische aarde te bieden heeft?

 Dan komt er een droefheid. Een diepe snik, die in mijn borstkas blijft hangen. ‘Dat zou wel heel erg zijn… Het zou zo ontzettend, zo verschrikkelijk jammer zijn’. Het voelt alsof ik heel even in een soort shocktoestand beland. Mijn toekomstbeeld, mijn vertrouwde projecties die me drijven… dat valt allemaal weg. Hoe kan het toch zo ver gekomen zijn?

Een ongeloof ook. ‘Meen je dat nu, dat ik misschien wel nooit naar Amerika zal gaan? Dat kan toch niet waar zijn! Wat doe je jezelf toch aan?’

Boosheid is er ook. ‘Het is niet eerlijk, jij die zo bekommerd bent om ons milieu legt jezelf beperkingen op terwijl anderen die minder bewust met ons milieu omgaan naar hartenlust verder…’, enzovoort.

Een vage angst komt eveneens loeren: ‘Wat blijft er voor mij dan nog over?’

Als een wagonnetje rolt daar vervolgens ook het marchanderen achteraan. ‘Ach, misschien kan je wel heel af en toe, als je je voor de rest genoeg hebt ingehouden en je ecologische voetafdruk klein is, een verre reis maken en toch die wonderlijke natuur ontdekken.’ Dat kan wel zijn, zegt iets anders in mij, maar nu voelt het belangrijk om het idee even helemaal toe te laten, zonder toegevingen.

Maar ergens vaagweg voel ik ook een wegvallen van een vreemd soort druk. Een niet meer hoeven waarmaken. Alsof het vasthouden aan de belofte van bevrediging van een verlangen ongemerkt ook energie kost, voor spanning zorgt. Alsof er toch een moeten vanuit gaat…

En dan gebeurt er iets opmerkelijks. Plots ontstaat er een grenzeloze ruimte in mijn bewustzijn, een ruimte om te fantaseren, om mij een toekomst te verbeelden, om mij af te vragen wat dan wel ‘een goed leven’ zou kunnen zijn. Ik voel een enorme bevrijding, vanwaar ik opnieuw kan nadenken over wat van waarde is. Ik mag die voorgeschreven waardevolle dingen (ooit eens een reis maken naar Amerika/...) loslaten en nieuwsgierig zoeken naar wat eigenlijk ook wel fantastisch zou zijn...

Is er een grotere vrijheid denkbaar dan de vrijheid om zelf te kunnen beslissen dat je leven anders mag lopen dan je het je (in schijnbare vrijheid) had voorgesteld?”

 

Toen wist ik dat dit ‘rouwen’ vooruitgang brengt. En dat naast alle pessimisme ook altijd hoop kan ontstaan en groeien. 

Liefste kinderen, jullie kunnen (weliswaar op de valreep) zondag niet mee je stem geven, al heb je ze de voorbije maanden tot zelfs gisteren elk op jullie eigen wijze laten horen. Daarom beloof ik jullie leven en dus jullie toekomst mee te nemen in mijn keuze. En hoe teleurstellend het resultaat zondag ook zou zijn, maandag is mijn moederschoot er weer.

Mama